Hoe staat het met de energietransitie in onze gemeente, met name in de lokale opwek
Paar feiten op de rij
KODE als beleidskader zegt het volgende:
Gemeente Horst aan de Maas heeft haar energiedoelen rond opwekking in KODE opgenomen: In 2030 wordt 30% (of ongeveer 1.150 TJ) van de verwachte energievraag in Horst aan de Maas in 2030 duurzaam lokaal opgewekt met zon- en windenergie. In 2050 is de energievoorziening van Horst aan de Maas 100% duurzaam.
KODE volgt vier sporen waarlangs de gemeente duurzame elektriciteit gaat opwekken van nu tot 2030:
• Spoor 1: Meervoudig ruimtegebruik, zoals zon-op-dak en reststroken, en kleinschalige zonneweides tot 0,5 hectare. Deze zijn nu al mogelijk en worden ook verder gestimuleerd met voorlichting en advies. Met spoor 1 wil men ongeveer 255 TJ opwekken;
• Spoor 2: Middelgrote zonneweides. Gemeente wil maximaal zes zonneweides, met een totale grootte van 75 hectare, vergunnen. De grootte van de zonneweides zijn indicatief 5-15 hectare. In verband met de exploitatieperiode van zonneweides en de potentieel tijdelijke rol van zonneweides in het landschap zal een vergunningsperiode van maximaal 25 jaar worden ingebouwd. Bij het toetsen van de plannen worden strikte landschappelijke criteria gehanteerd en eisen gesteld om te waarborgen dat inwoners, via een energiecoöperatie, kunnen meeprofiteren van de opbrengsten. Met spoor 2 wil men ongeveer 133 TJ opwekken;
• Spoor 3: Energielandschappen. Gemeente wil een gebiedsverkenning starten naar de mogelijkheden tot twee grootschalige energieprojecten in de vorm van een energielandschap (wind- en/of zonne-energie). Een onafhankelijke gebiedsverkenner gaat de mogelijkheden hiervoor verkennen. Bij de ontwikkeling van een energielandschap zet men nadrukkelijk in op een bredere gebiedsontwikkeling, waarbij ook wordt ingezet op de transitie in de landbouw, natuurontwikkeling en klimaatadaptatie. Met spoor 3 wil de gemeente ongeveer 713 TJ gaan opwekken. Dat is 223 TJ aan windenergie (indicatief 7 windturbines) en 275 hectare zonnepanelen;
• Spoor 4: Innovatie, netwerken en opslag. In dit spoor focust men op de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor energie-opwek en de opslag daarvan. Daarbij werkt men nauw samen met andere overheden in RES-verband.
Voor de helderheid: energievraag is een optelsom van elektra, warmte en brandstoffen. Volgens Klimaatmonitor 2021 lag in 2021 het energieverbruik in de gemeente op ca. 7.600 TJ, waarvan 1.200 TJ elektra, 1.400 TJ brandstof voor mobiliteit en 5.000 TJ warmte. Warmte is mede zo omvangrijk vanwege de aanwezigheid van glastuinbouw. Je kunt de glastuinbouw wegdenken, maar hij is er wel op ons gemeentelijk grondgebied. Pakweg een derde deel van de vraag moet via besparing verminderd worden. Van hetgeen dat dan in 2030 overblijft moet 30% lokaal opgewekt worden via zon en wind. Je zou, om de vergelijking nog inzichtelijker te maken, de actuele elektriciteitsvraag van 1.200 TJ kunnen afzetten tegen de totaal gewenste verduurzaamde energievraag van 1.150 TJ in 2030, beseffend dat de vergelijking snel mank gaat omdat de elektriciteitsvraag sterk zal toenemen als gevolg van elektrificatie van mobiliteit, inzet warmtepompen en elektrificering van de bedrijvigheid.’
Waar staan we nu?
Volgens de Klimaatmonitor 2021 (meest recente) wordt ca. 220 TJ hernieuwbaar opgewekt in onze gemeente, allemaal met zonnepanelen (op bedrijfsdaken / particuliere daken / op land). Tellen we daar de in 2022 opgeleverde zonneparken Californië en Griendtsveen bij op, (samen ca 90 TJ), zitten we op 310 TJ. Ofwel op 27% van de beoogde 1.150 TJ. Relateren we het aan ons huidige elektraverbruik van 1.200 TJ, dan wekken we in onze gemeente momenteel ca. 26% hernieuwbaar op. Nog driekwart, of wel 840 TJ te gaan dus.
Voor de goede orde: KODE gaat sec in op de opgave tot 2030. De opgave die in de periode 2030-2050 aan de orde is: die andere 70% is nog niet belegd. Voor een groot deel zal dit worden verschaft door wind op zee en mogelijke nieuwe technieken. Maar ook met zon en wind zullen we in 2030 nog niet klaar zijn. Opnieuw inzetten van geothermie zou ook een stevige bijdrage in met name het warmtevraagstuk kunnen leveren.
Waarom is de coöperatie Reindonk Energie er eigenlijk
Graag nemen we u mee in onze reis sinds pakweg 2015 in het kader van de energietransitie in onze gemeente. De coöperatie is op vrijwillige basis opgezet door vier burgers uit de gemeente Horst aan de Maas met de intentie om de duurzame energietransitie in onze gemeente te bevorderen. Belangrijk daarin is te streven naar een eerlijke verdeling van lasten en lusten bij de ontwikkeling van zonne- en windenergie, waarbij inwoners, bedrijven en organisaties kunnen participeren in het proces en in de exploitatie. Onder het motto: relevant voor een gezonde leefomgeving in totaliteit en als het er komt, kan het maar beter van ons samen zijn. Dat alles om het draagvlak voor de energietransitie en daarmee de slagingskansen zo groot mogelijk te maken
Twee redenen om in 2015 te formaliseren
Al sinds 2013 is door enkele initiatiefnemers nagedacht over het oprichten van een energiecollectief. In 2015 is dit geformaliseerd. Daar zijn 2 aanleidingen relevant in geweest:
1. De zogenaamde Postcoderoos-regeling, samen panelen op een collectief dak leggen. Voordeel voor de deelnemer zat in de teruggaaf van belasting op stroom. Kort daarop ging de Rijksoverheid de belasting op stroom verlagen en op gas verhogen. Niet echt een basis om op coöperatief op te bouwen. Vanuit de gemeente is het dak op de sporthal in Meerlo beschikbaar gesteld. Daar wilden we de Postcoderoos inzetten, maar hebben we gelukkig niet doorgezet vanwege onberekenbaar beleid vanuit het Rijk. We zijn voor het dak van de sporthal voor een zogenaamd SDE-project gegaan, waarbij inwoners panelen hebben gekocht en hierop een rente krijgen voor 15 jaar en Reindonk ca 100.000 kWh per jaar opwekt. Vanwege beperkte schaal en infrastructuurkosten draait dit project na aftrek kosten een kleine plus. Naar ons idee wel een goed voorbeeld hoe je collectieve opwekking naar de dorpen kunt brengen, dan wel hoe een dorp zelf bij kan dragen aan de verduurzaming van maatschappelijke accommodaties.
2. Een andere belangrijke reden lag in het feit dat het nog vage windplan langs het spoor van Sevenum naar Blerick werd geïntroduceerd. Daarin was er sprake van dat er ook turbines op Horster grondgebied zouden komen. Reden om ons destijds te organiseren. Onder het motto: het zal toch niet zo zijn dat er van die palen komen te staan, we zien ze wel, maar we hebben er niets over te zeggen en het levert ons niets op. Precies dat is gebeurd. We durven te stellen dat we pittige inspanningen gedaan hebben om het tij in de ‘witte toren op Greenport’ te keren, maar dat is niet gelukt. In de periode 2015-2020 hebben wij strijd geleverd met Greenport en haar aandeelhouders en dochters om ze een menselijke maat bij te brengen. Iets wat sinds een tijdje gelukkig ook in uw raad wordt besproken.
Nota bene: in verschillende bijeenkomsten en presentaties hebben we u meegenomen in onze principes en uitgangspunten. Die willen we hier niet herhalen. Komt er in het kort op neer dat wij niet op basis van de macht van het geld acteren (dus geen grondposities kopen) of participeren in projecten waarin er geen sprake is van een zeker vertrouwen en acceptatie en procesparticipatie vanuit de omgeving. Wij accepteren dat iedereen meekrijgen is een illusie is. Streven naar lokaal eigenaarschap en zeggenschap is dat zeker niet.
De aanleidingen om iets te doen om CO2 in te perken zijn urgenter geworden. Elektrificatie kan daarin bijdragen. Landelijk willen we de gaskraan in Groningen dichtdraaien, nog een reden om stroom op te wekken. Tot slot nog de noodzaak om geopolitiek minder afhankelijk te worden van staten die het minder nauw nemen. Zaken die wij in 2015 nog niet voorzagen, maar de noodzaak om te handelen wel vergroten.
Opgedane ervaringen
Casus Windpark Greenport Venlo
Vanaf de eerste stap in 2015 in de ‘witte toren’, onze kennismaking met Etriplus (dochter van Greenport) vielen ons de eurogedreven ambities al op. Etriplus is een ontwikkelaar, gericht op ontwikkelen en zo duur mogelijk doorverkopen. Dit speelde in de tijd dat het beleid van de gemeente Horst aan de Maas als volgt klonk: we zijn voor wind, mits het in Venlo gebeurt. Dat is gelukt. Regelmatig hebben we in die tijd met de toenmalig verantwoordelijk wethouder onze zorgen gedeeld, maar het zou volgens de wethouder zo’n vaart niet lopen. Immers de gemeenten hadden met Greenport een overeenkomst ondertekend dat er sprake zou zijn van burgerparticipatie, echter vergeten dit helder te definiëren. Na veel zwoegen zouden de samenwerkende coöperaties (Reindonk uit HadM, SamenStroom uit Venlo en Joris Wekt Op uit Beesel) de beschikking krijgen over 2 van de 9 turbines. De gemeenteraad van Venlo verleende aan de vooravond van de gemeentelijke verkiezingen de vergunning niet. Uiteindelijk is het park erdoor gedrukt op macht van en door de provincie met de toezegging dat 4/9 coöperatief zou worden. Helaas is dat laatste niet geborgd door de provincie, met als gevolg dat de nieuwe eigenaren (Greenchoice, Windunie en ABN, waar nu de winst naar toe gaat) vrij spel hadden. In de ‘witte toren’ is een winstsprong van 8 tot 10 miljoen euro gemaakt. Wie van ons heeft daar iets van teruggezien? Overigens heeft wethouder Kuipers zijn nek uitgestoken met bestuurders uit Beesel en Venlo om de provincie tot andere inzichten te brengen. Dat is helaas niet gelukt. De provincie heeft richting ons als coöperatie achteraf kenbaar gemaakt dat we ‘gebruikt’ zijn in de procedure en dit ook als zodanig erkend, maar daar koop je niets voor. Zo zie je dat als je als overheid de regie uit handen geeft aan een consortium, je deze niet zomaar terug hebt.
Resultaat: flinke bijdrage aan de verduurzaming van Greenport en Venlo, winsten vloeien weg naar Rotterdam, Utrecht en Amsterdam en gemeente en gemeenschap staan met lege handen.
Leermoment voor ons als coöperatie: alleen vanaf scratch aan tafel zitten, positie innemen en consolideren, kan ervoor zorgen dat je invulling kunt geven aan lokaal eigenaarschap en zeggenschap.
KODE, eindelijk beleid en lokale verantwoordelijkheid
Blij waren we met de vaststelling van KODE eind 2020, eindelijk beleid en verantwoordelijkheid. Gevraagd en ongevraagd hebben we onze mening en visie gedeeld in de totstandkoming ervan. Echter bij de eerste de beste toets van een plan (zonneweide Californië van de heer Burghout) is naar ons idee de KODE beleidsmatig volkomen verkracht. De tender is ontweken, uitgangspunten lokaal eigenaarschap eveneens. Dit los van de gronddeals.
Met de heer Burghout en lokale fruitteler hebben we uitgewisseld over de kansen om de reststroken innovatief in te richten met teelt van blauwe bessen in combinatie met zonnepanelen erboven. Een concept dat op Californië energieleverend had kunnen zijn en een voorbeeld van een toekomstbestendige invulling. Echter de heer Burghout koos voor het snelle geld. In het huis was er ambtelijk en politiek voldoende kennis aanwezig om te weten dat aan deze casus een luchtje zat. Met verschillende fracties hebben we hier ook over uitgewisseld.
Resultaat: flinke bijdrage aan de verduurzaming van Horst aan de Maas, winsten vloeien weg naar de persoonlijke BV’s van de heer Burghout in Midden-Brabant. Gemeente en gemeenschap staan met lege handen.
Intentieovereenkomst Gemeente HadM en Reindonk Energie
In maart 2021 sluiten de gemeente en Reindonk Energie een intentieovereenkomst in het kader van spoor 3 KODE: gezamenlijk verkennen van de mogelijkheden voor grootschalige energielandschappen. Dit vormt de basis voor twee concrete uitwerkingen:
- a. Reindonk Energie draait op vrijwillige basis mee in de Gebiedsverkenning;
- b. Reindonk Energie voert een haalbaarheidsstudie uit rond lokaal eigendom en eerlijke verdeling lusten en lasten.
Verderop komen we nog even terug op onze aanbevelingen in het kader van onderdeel b.
Casus zon in Evertsoord
In 2021 raakt de kern Evertsoord verscheurd omdat nota bene een dochter van de Provincie Limburg (Ruimte voor Ruimte BV met twee lokale oud-wethouders aan boord) gouden bergen beloofde aan de ene kant van de Driekooienweg, waarbij de andere kant van de weg lijdzaam moest toezien. Ontwikkelaar die met ‘onze centen’ op de macht een positie verschaft en de KODE-regels aan haar laars lapt. Niet de weg die tot succes leidt, zo is intussen gebleken.
De sector zegt nee, het individu vindt het toch interessant
In KODE is verder spoor 2 (tenderen zonneweides) aangekondigd. Aanleiding voor vele projectontwikkelaars (van handtekeningenjagers tot en met beoogde exploitanten) en agrariërs om met ons contact te zoeken, om het coöperatieve sausje te organiseren. Ca.15-20 ontwikkelende partijen hebben ons benaderd, veelal in opdracht van agrarische grondeigenaren, waaronder ook in het zoekgebied voor wind, maar ook elders in de gemeente. Als coöperatie zijn we daar niet in meegegaan.
Energietuin ’t Veen in Griendtsveen
Je zou het bijna vergeten, maar tussendoor hebben we op volledig vrijwillige basis een klein zonnepark van 1,6 ha ontwikkeld. Zo ecologisch mogelijk ingericht, zonder zienswijzen tot stand gekomen. Straks toegankelijk en voorzien van een educatieve route waarin het verhaal van turf naar zon wordt verteld. Het park heeft inmiddels het label Energietuin en is daarmee één van de voorbeelden in het land hoe je meerdere doelen kunt verbinden aan een zonneweide. Wordt dit dan de standaard? We denken dat de standaard moet worden dat er per definitie sprake is van meervoudig ruimtegebruik. Enerzijds door agrarische activiteiten te combineren met opwek (denk aan blauwe bessen of andere teelten) en anderzijds door in het kader van extensivering in het buitengebied over te gaan tot afwaardering minder bruikbare landbouwgronden tot natuur op langere termijn en hier tijdelijk zonnepanelen in te passen en over 15-20 jaar op te ruimen.
In antwoord op vragen zoals ‘waarom moet de gemeente hiervoor borg staan?’. Simpelweg omdat de banken, ook de coöperatieve, niet in de benen komen voor een project onder de 3 miljoen. In Griendtsveen ging het om een investering van iets meer dan 1 miljoen. Een fonds van de BNG is bereid gevonden om ons naast 20% inbreng van onze leden het restant tegen verhoogde rentes te lenen. Onder voorwaarde dat de gemeente hiervoor borg staat. Hiervoor zijn we de gemeente en raad erg dankbaar, daardoor kan een dergelijk burgerinitiatief toch gerealiseerd worden. Mochten zich grotere projecten gaan aandienen, kunnen we herfinancieren en hiermee de borging ook wegnemen bij de gemeente.
In de bijlage geven we aanvullende informatie over dit project, hoeft het college dit niet meer uit te zoeken.
Enfin, we zijn 8 jaar verder en nu ligt er een volgend dossier voor: wel/niet verder met wind?
Wel of niet doorgaan met de verkenning van windontwikkeling in onze gemeente. Wat zorgt voor vele tegenstanders die met recht hun zorgen uiten. We hebben geen enkele aanleiding om de geuite zorgen uit de omgeving en vanuit de boomteeltsector niet serieus te nemen. Tegelijkertijd denken we dat er bruggen geslagen kunnen worden, door om te beginnen met elkaar aan tafel te gaan en de nuance een kans te geven. Een heldere uitspraak van de raad moet duidelijk maken of dit een gewenste aanpak is. Haalbaarheid kan daarna pas blijken.
Generieke versus lokale belang
We durven te veronderstellen dat er vele inwoners in onze gemeente zijn die echt wel door hebben dat er ‘buiten iets aan de hand is’ met het klimaat. En die wensen dat ook deze gemeente haar bijdrage levert. Zonne- en windenergie dragen bij aan een verdere elektrificering van onze samenleving, waardoor minder fossiele uitstoot plaatsvindt. Reductie van CO2, daar gaat het immers om. We weten dat we in onze gemeente niet de schoonste lucht van het land hebben, als zon en wind daarin kunnen bijdragen is dat ook generieke gezondheidswinst.
Als coöperatie zien wij kansen voor gedoseerde opwek via wind, waar je met de omgeving de regie op kunt houden, waar je samen de revenuen binnen de gemeente en gemeenschap kunt houden, waar je samen de grenzen van overlast kunt bepalen. Lokale regie dus. Precies dat wat de afgelopen 15 jaar aan bijvoorbeeld Greenport uit handen is gegeven. Dat vraagt om investeren in het vertrouwen in een omgeving, te starten waar de impact het grootst is. Van binnen naar buiten dus. Een dergelijke ontwikkeling moet ontkiemen in plaats van dat er van buiten wordt afgepeld. Jullie kunnen bepalen of iets kan ontkiemen of je leunt achterover en laat het afpellen aan anderen.
Verandering is van alle tijden, legitiem om je te verzetten, je kunt ook kijken of op sommige plekken meebewegen een optie is. Nogmaals: wij bepalen de plek niet, maar reiken werkwijze en vehikel aan waardoor een volgende ontwikkeling niet hoeft te eindigen zoals rond windpark Venlo en Californië. Waar sommigen rijk zijn geworden en waar we als gemeente en gemeenschap met lege handen staan.
Elkaar de gelegenheid geven om (weer) in dialoog te komen.
Sleutel in handen raad
- • Bij een go is het belangrijk om bovenstaande in het achterhoofd te houden. Hieronder geven wij nog een herhaling van onze aanbevelingen rond delen van lasten en lusten en proces.
- • Bij een no go, ligt de vraag voor wat het reële alternatief is tot 2030 of zelfs 2040: aanpakken of wachten tot iets of iemand anders jullie problemen gaat oplossen en al dan niet geforceerd de doelen gaat halen?
- • Uitstel besluit, zal leiden tot een veenbrand die weer opvlamt bij elke volgende ontwikkeling, waar dan ook. Daar komen geen winnaars uit naar ons idee.
Aanbevelingen bij een go
In geval jullie kiezen voor een voorzetting van de verkenning, neem dan onze aanbevelingen mee in jullie afweging:
1. Lasten worden met name in de directe nabijheid, tot pakweg 1.000 m vanaf de turbines, het meest ervaren. Werk aan een traject waarin eenieder in de invloedsgebied in procesmatige zin mee kan doen aan verdere planvorming, zowel in mitigeren of tegengaan van overlast als ook het delen van de lusten;
2. Werk aan vertrouwen in en vanuit het projectgebied en definieer de projectgebieden opnieuw aan de hand van de nieuwe milieunormen; er rest nog voldoende tijd om tot een goede dialoog en eindbalans te komen. Je kunt ook in gezamenlijkheid gaan voor een zorgvuldigheidsprincipe, waardoor je met elkaar tot de gebiedsspecifieke lokale norm komt, lokaal maatwerk dus;
3. Neem de zorgen van omwonenden in de invloedssfeer serieus en blijf het gesprek voeren op inhoud, informeer gebiedsbetrokkenen ook in geval van weerstand;
4. Laat het commitment vanuit grondeigenaren in Witveld een inspiratie zijn voor coalitievorming in Hoogheide; daar ligt een basis om tot delen van lusten en lasten te komen, alsook eigenaarschap en zeggenschap;
5. Zet in op een haalbare schaal: minder turbines kan meer draagvlak betekenen; als coöperatie streven we niet naar het maximale in opstelling en opbrengst, maar het optimale in acceptatie. Zonder acceptatie (iedereen meekrijgen is niet reëel) geen coöperatieve participatie;
6. Laten we lokaal de regie pakken, alvorens iemand anders moet gaan prioriteren en hiervoor (de bekende) locaties gaat aanwijzen;
7. Bij een no go, maak als gemeenteraad duidelijk hoe je denkt wel je doelen te halen en/of stel je ambities bij door duidelijk te maken dat je niet meewerkt.
Een simpele vraag: kunt u als raad twee voorbeelden benoemen die de laatste jaren zijn vergund of geïnitieerd waarbij inwoners aandeel- of obligatiehouder zijn, omwonenden mee kunnen sturen in het ontwikkelproces, mede-eigenaar zijn van het eindresultaat en iets realiseren dat iets produceert waar we zelf behoefte aan hebben?
Hoe het ook zou kunnen: een aantal turbines in handen van de omgeving, gemeenschap en gemeente wekken stroom op die lokaal wordt doorgezet naar bedrijvigheid in de nabijheid voor bedrijfsprocessen, die wordt ingezet voor een laadplein met terplekke accucapaciteit, stroom die wordt omgezet door tuinders in warmte, stroom die mogelijk wordt omgezet in waterstof. Dit alles in via een lokaal grid (ter ontlasting van Enexis en TenneT), waarbij opwek – distributie – opslag/omslag allemaal in lokale handen is, waardoor prijsafspraken kunnen worden gemaakt voor 10-15 jaar. Prijs van stroom is kostprijs+, revenuen vloeien niet weg, zeggenschap is lokaal. Energie als vestigingsfactor.
Hebben we alternatieven
Dat is dan ook onze oproep aan jullie als raad, schep duidelijkheid. Ga je ervoor, geef goede condities mee. Ga je er niet voor, reik reële lokale alternatieven aan. Vanuit onze optiek zijn (aanvullende) denkrichtingen mogelijk:
- Grondgebonden zon; in een eerste reflex wordt dit altijd als concurrerend gezien met de voedselvoorziening. Waarom niet de innovatiekracht in onze gemeente inzetten om tot een consensusmodel te komen waarbij dubbelruimtegebruik (agrarisch i.c.m. energie) wel tot de mogelijkheden behoort? Of als tijdelijke oplossing om minder bruikbare gronden af te waarderen tot natuur door middel van tijdelijke functie. Uitdaging ligt ook in het dichter bij elkaar brengen van energievragers en -aanbieders (alleen zon aansluiten op het net is duur). Andere uitdaging is zonne-energie om te zetten in waterstof en/of warmte.
- Wind op zee of in Groningen; dat wordt al grotendeels voor je gedaan: groot deel van de 70% die je niet hebt belegd in KODE zal daar vandaan komen.
- Kleine kernreactoren (SMR’s); ze komen vast een keer beschikbaar, maar gaan uit van klassieke kernsplitsing. Dat vergt koelwater, welk Maasdorp geeft hiervoor de ruimte? En houd, buiten het feit dat realisering zeker nog een periode van 10 tot 15 jaar vergt, rekening met de vraagstukken die met opslag van kernafval gepaard gaan.
- Of gaan we Waterstof delven in onze regio?
- Of kun je de glastuinbouw ‘koud’ zetten? Niemand van jullie zal dit beogen, wij ook niet trouwens.
- Of hebben we in onze gemeente allemaal superbespaarders en opwekkers die op eigen erf zichzelf in opwek en gebruik in evenwicht houden?
Als coöperatie hoeven wij niets. We bepleiten op basis van ideële en morele overtuigingen dat er het maximale wat binnen de mogelijkheden ligt wordt bereikt, bij voorkeur op een coöperatieve wijze. Dat je daarin iedereen meekrijgt is een utopie. We breken liever in 2040 iets af wat dan overbodig is gebleken dan dat we tegen die tijd constateren dat we reële kansen hebben laten lopen.
Veel wijsheid bij jullie keuze!
Bestuur Reindonk Energie U.A.